Haye van den Oever maakte in 2015 een filmverslag van de zeepkistenrace als onderdeel van de feestweek. Thesinge: The Fast And The Furious.
Haye van den Oever maakte in 2015 een filmverslag van de zeepkistenrace als onderdeel van de feestweek. Thesinge: The Fast And The Furious.
Hendrik (Henk) Ridder
Thesinge, 4 februari 1918 - Westerbork, 28 oktober 1944
Wie was hij
Hendrik Ridder is geboren en opgegroeid in het dorp Thesinge.
Hij was een zoon van landarbeider Geert Ridder en Martje Vegter en hij had één broer en zeven zussen. Met zijn vriendin in de Stad Groningen zou hij na de oorlog trouwen. Net zoals nu kenden mensen elkaar goed in het kleine dorp en hij had hier veel vrienden.
Organiseren van verzet
De 2e Wereldoorlog begon toen Hendrik Ridder 22 jaar was.
Uit vaderlandsliefde, en omdat hij vond dat hij dit vanuit
zijn geloof moest doen, ging hij in het georganiseerde verzet.
Eerst als medewerker, toen als rayonleider in het Westerkwartier, later knokploegleider en nog later provinciaal leider van het gewapend verzet in Groningen. Hij organiseerde toen 7 ploegen
van 20 man. Tenslotte werd hij rayonverzorger van het Nationaal Steunfonds (NSF). Hij hielp zo duizenden mensen in de provincie
aan onderduikadressen.
Schuilhouden
Het verzet gebeurde in het geheim. Ook zijn naasten wisten niet
wat hij allemaal deed. Hendrik nam enkele schuilnamen aan:
Henk de Vries, Dick, Gerrit Bos en de Zegepraal. Hij hield zichzelf schuil op verschillende adressen in en rondom de stad Groningen,
de stad waar hij als slagersknecht woonde en werkte. Af en toe liet
hij zich zien in Thesinge. Soms tijdens een kerkdienst. Hij stond dan achter in de kerk om zo snel te kunnen verdwijnen als er onraad dreigde. Als de dienst was afgelopen was hij alweer verdwenen.
Het dorp fluisterde: "Henk was der, hest hom zain?"
Opgepakt en gedood
Toen hij op 18 oktober 1944 werd gearresteerd en gevangen werd gezet in het Scholtenshuis (Grote Markt, Groningen), probeerden de Duitse medewerkers van de Sicherheitsdienst (SD) hem op de meest wrede manier aan het praten te krijgen. Maar hij zweeg.In gesprekken met vrienden had hij vaak gezegd:'Als de Duitsers mij in handen krijgen, ga ik zingen.' En dat kon hij goed, met zijn mooie stem. Hij liet niets los en werd 10 dagen na zijn arrestatie in Kamp Westerbork gefusilleerd. Hij was toen 26 jaar.
Gedicht
Een vriend van Hendrik Ridder schreef dit gedicht
Ik kan die ogen niet vergeten
waarmede hij die laatste dag
toen hij de dood reeds heeft geweten
mij in mijn angstig ogen zag
Hij staat er met geboeide handen
en bloedloos is zijn witgezicht
de striemen op zijn leden branden
maar in zijn ogenglans een licht
Ze hebben hem te hard geslagen
zijn lichaam is een wrede wond
hij heeft het zonder klacht gedragen
een glimlach zweeft er om zijn mond
God zelf heeft hem de kracht gegeven
te dragen dit ondraaglijk leed
mem boven smachten uitgeheven
zodat het hem geen pijn meer deed
Ik kan die ogen niet vergeten
waarmede hij die donkere dag
toen hij zijn einde heeft geweten
mij troostte met zijn stille lach
P. van Loon
In herinnering
Zijn stem is tot zwijgen gebracht op een herfstdag in Westerbork. Hij ligt, samen met andere verzetshelden, begraven op het Esserveld in Groningen.
Nog altijd komen wij zijn naam tegen: het Hendrik Ridderplein in Thesinge en de Hendrik Ridderstraat in Groningen herinneren ons aan zijn leven. Het leven dat hij - samen met vele anderen - gaf voor de vrijheid.
Op 4 mei 2008 is op de Smidshouk in Thesinge een monument als herinnering aan hem onthuld. Het monument is gemaakt door Thesinger kunstenaar Herbert Koekkoek. Het stelt een bladzijde uit een kerkelijk liedboek voor. Een boek waar Hendrik Ridder graag uit zong. Het blad is afgescheurd, net als zijn leven.
Via deze link kan, als digitaal eerbetoon, een bloemetje worden geplaatst ter nagedachtenis aan Hendrik Ridder.
Sinds 1971 is de Stichting Oude Groninger Kerken eigenaresse van de kloosterkerk. Zij ziet het als haar taak prachtige, historisch belangrijke gebouwen zoals deze zo goed mogelijk te restaureren en te conserveren. Het meest recente staaltje van goede zorg moge blijken uit de afhandeling van de schade die dit jaar (2013) ontstond, toen er een brandje uitbrak op de zolder van de kerk. Niet alleen werd de directe schade hersteld en alles schoongemaakt, maar werden alle elektriciteitsvoorzieningen aangepast aan de moderne tijd.
In 1972 was zij ook de opdrachtgeefster tot een indrukwekkende restauratie. Deze was dan ook hard nodig: de sluitmuur – daar waar de ingang is – was aan het verzakken, dak en metselwerk moesten dringend worden nagekeken en waar nodig hersteld, kortom een waslijst aan aandachtspunten.
Kloosterkerk met moestuin, voor de restauratie
Inrichting kloosterkerk voor de restauratie
Journalist Karin Sitalsing schreef een mooi artikel over de sluiting van 'ons' Jopje (Volkskrant 30-08-2010).
Klik
hier voor de pdf.
Eerste bewoning kan geplaatst worden in de eerste paar eeuwen n. Chr. In de Kapelstraat zijn in een sleuf, gegraven voor het aanleggen van riolering, zaden gevonden van vlas en hennep. Hennep deed als cultuurplant in Nederland pas zijn intrede vanaf het begin van onze jaartelling. Verder onderzoek van de sleuf duidde op veenontginning omstreeks de 11e en 12e eeuw. Ook zijn er diverse aardewerkfragmenten gevonden, waarvan de oudste dateren uit de 12e en vroeg-13e eeuw.
interessant spoor
Het meest interessante spoor was een zes meter brede kuil, die naast mest- en kleilagen vermalen eikenschors bevatte. Dit eikenschors, run geheten, werd gebruikt voor het looien van leer. Aan de run werd water toegevoegd en dit mengsel werd in dikke lagen op dierenhuiden gesmeerd om ze te looien. Het eindproduct was een stug soort leer, dat werd gebruikt voor het maken van zolen. Het soepele bovenleer werd gelooid met o.a. mest.
In de kuil lagen diverse resten leer. De grondsporen zijn gedateerd tussen de 12e en 13e eeuw.
De geschiedenis van Thesinge is onlosmakelijk verbonden met het klooster Germania wat hier eens heeft gestaan. De oudste, officiële, vermelding van het klooster is van 1283. In de kroniek van Emo en Menko van het klooster Wittewierum wordt in dat jaar de abt Menard(us) van Thiasingacloster genoemd. De stichting van het klooster door Hathebrand, honderd jaar eerder, is niet te bewijzen, maar aanneembaar. Het belangrijkste bewijsstuk, de Vita Sancti Hathebrandi, is echter grotendeels verloren gegaan. Een onnauwkeurige, 18e eeuwse transcriptie vermeldt het klooster Germerawald. Germania zou daar dan een latinisering van zijn. De Vita Sancti Hathebrandi, het levensverhaal van Hathebrand, in twaalf delen, is zeer waarschijnlijk pas na zijn dood geschreven, maar er is niet meer te achterhalen wanneer. In 1183 werd het moederklooster Feldwerd gesticht. Het laatste deel van de Vita Sancti Hathebrandi is aangevuld met een lijst van abten van Feldwerd, met jaartallen, lopende van 1183 tot 1198. Met gaat ervan uit dat het klooster van Thesinge in deze periode is gesticht.
Na 1400 werd in officiële geschriften het klooster niet meer aangeduid met de Latijnse naam Germania, maar wordt de naam Thiasingacloster gebezigd. Vanaf dit moment is de dorpsnaam Thesinge een feit. Ten tijde van de stichting van het klooster moet het stichtingsgebied een moerassige veenstreek zijn geweest, enigszins te vergelijken met het huidige buitendijkse kweldergebied in de buurt van Noordpolderzijl.
Tijdens de restauratie van de Kloosterkerk in 1973 bleek dat de kerk was gebouwd op houten palen, die tot in het grondwater waren geheid. Op telkens twee palen naast elkaar werd door de bouwers een boog gemetseld en daarop rustten de muren van de kloosterkerk.